Geschiedenis van het land van Maas en Waal

 

1847

Bittere armoede  voor “de gewone man” door de vele overstromingen.

Ook toen al een oproep om geldelijke steun.

Het eerste gemaal dat gebouwd was, was dat van Dreumel dat in mei 1846 in bedrijf werd genomen maar pas een jaar later pas goed kon pompen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een ander artikel over armoede in Appeltern vond ik:

Armeninzameling

 

Een krant schrijft op 17 dec 1880:

 

 

 

 

 

 

De Amsterdammer  17 febr 1883

Men schrijft ons uit de Betuwe

Bij de besturen der polderdistricten. Rijk van Nijmegen en Maas en Waal, zijn belangrijke plannen aanhangig ter verbetering der waterlossing. Die plannen, door eenige kundige ingenieurs ontworpen, omvatten het oprichten van drie stoommachines, één aan de Appelternsche sluis, één aan de Blauwe sluis en één aan de Rijksche sluis. Het is te hopen, dat, ter verbetering van het- thans bestaande uitwateringsstelsel, deze ontwerpen ook spoedig uitgevoerd mogen worden. De kosten van een en ander worden geschat op ƒ1,200,000.

Over het gemaal aan de Leeuwensche sluis wordt niets gezegd!!!!!

 

De standaard 20 april 1889

 

 

 

 

 

 

In 1889  waren er dus 4 werkzame gemalen. Pas veel later en na jarenlange ruzies werden de andere 4 gemalen (Het Rijksche gemaal, Het Leeuwensche gemaal, de Blauwe sluis en het gemaal aan de Appelternsche sluis)  gebouwd.

Water te kort.

Het land van Maas en Waal had door de jaren heen erg veel last van te veel water. Echter er waren ook zomers dat er een groot water tekort was. Men zocht naar mogelijkheden om water “in” te laten. Er werd een plan in het dagblad De Tijd gepresenteerd waar men wel oren naar had. Het is er niet van gekomen maar  later  maakte men o.a. bij de  stoomgemaal De Blauwe sluis wel degelijk een mogelijkheid om in droge perioden water in te laten of te pompen  vanuit De Maas. De juiste datum van deze waterinvoermogelijheid  is mij nog onbekend.

Zie Stoomgemaal Blauwe sluis

Het betreffende artikel geschreven in het godsdienstig-staatkundige dagblad De  Tijd is van 24 dec 1904.

Water te kort in de zomer

 

De Tijd schrijft op 20 april 1905 een artikel n.a.v. de opening van de Nieuwe Maasmond.

 

 

In het Archief van Heusden vind ik een stukje tekst en een oude foto

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Opening nieuwe Maasmond door koningin Wilhelmina op 18 augustus 1904.In een open koets passeren koningin Wilhelmina en prins Hendrik de Oudheusdense poort in Heusden. Op de wallen de juichende bevolking.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het polderdistrict Maas en Waal bestaat uit 16 dorpspolders.

  1. Deest
  2. Afferden
  3. Druten
  4. Puiflijk
  5. Leeuwen
  6. Wamel
  7. Dreumel
  8. Alphen
  9. Maasbommel
  10. Altforst
  11. Horssen
  12. Appeltern
  13. Batenburg
  14. Bergharen
  15. Hernen
  16. Leur

 

 

 

 

Aan het hoofd van elk dezer polders staat een bestuur, gekozen door de geërfden en wier leden den naam dragen van poldermeesters, terwijl één hunner, die de vergaderingen presideert, voorzittend poldermeester heet.

En evenals een dorpspolder bestuurd wordt door één voorzittend en twee bijzittende poldermeesters, zoo hebben in dan dorpspolderbond, welke polderdistrict heet, het roer in handen de dijkgraaf met de heemraden, hierin bijgestaan door de hoofdgeërfden, welk regeringslichaam in de wandeling „Den Dijkstoel”, maar officieel ,Het Gecombineerd College” genoemd wordt.

Dit ter verduidelijking van wat volgen gaat.

Zooals. in een goedgeordenden Staat gebruikelijk is, maken ook de besturen der miniatuurstaatjes, de polders, elk jaar hunne begrooting van ontvangsten en uitgaven op en bieden die het gecombineerd college, dat, zooals uit het voorgaande blijkt, hiërarchisch boven het polderbestuur staat, ter goedkeuring aan.

Gewoonlijk volgt die goedkeuring zonder op- of aanmerkingen. Dat is regel, maar evenals op elken regel zijn ook op deze uitzonderingen. En een uitzondering maakte op de vergadering van het gecombineerd college van 28 Juni (wat laat!) de begrooting van den dorpspolder Dreumel, die 2 Juli (te laat!) bij het polderbestuur terugkwam met de volgende:

Nota van aanmerkingen op de begrooting van inkomsten en uitgaven van den dorpspolder Dreumel voor het dienstjaar 1901/05. Uitgaven,

De hier bedoelde post is geraamd voor een geheel onnoodige uitgaaf dient te vervallen, daar er in den dorpspolder Dreumel genoeg geschikte lokalen zijn, waarin geen sterken drank verkocht wordt en die men gaarne gratis voor het houden van vergaderingen beschikbaar stelt.

 

 

 

 

 

 

 

Op 12 juni 1952 stond er een stukje in de krant over de toekomstige ontwikkeling van het gebied.

Plan ruiverkaveling 12 juni 1952

 

 

Uit het boekje Tussen Rijn en Maas van Thale Hadderingh

De dichte structuur van de zware komklei is verbeterd door diepploegen en bodemdrainage.
De afwatering van het rivierengebied werd gemoderniseerd door de bouw van nieuwe en sterke stoomgemalen.
Infiltratiesystemen werden aangelegd waardoor in droge tijden water uit de rivieren naar akkers en weiden kon worden gebracht.
In de kommen eens een gebied van hooiland onkruid wilgentenen en eendenkooien is nu rundveeteelt overheersend. De herinrichting heeft het komgrondengebied het aanzicht van een modernere polder gegeven: een consequente rechthoekige verkaveling met verspreide eigentijdse boerderijen