Stoomgemaal De Tuut

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maas en Waal, 13 Januarij 1869

Naar men met eenige zekerheid verneemt, zal het polderbestuur onder Appeltern weldra het besluit nemen, om eene kunstmatige waterloozing daar te stellen. Zich spiegelende aan den polder onder Maas-Bommel, is het wenschelijk, dat men het zoo inrigte , dat de buitengewoon hooge waterstand der rivier, nimmer een hinderpaal worde om het water uit te malen, zoo als dat in deze dagen onder Maas-Bommel gezien wordt, alwaar het stoomgemaal stil moet staan. ( Blijkbaar was het schepradgemaal van Maasbommel -net in 1868 nieuw gebouwd!- niet geschikt om bij hoge waterstand voldoende af te malen)

 

De Nieuwe Rotterdamsche courant schrijft  op 25-01-1869

 

 

Aan de redactie der N. R. Courant.
Het berigt opgenomen in uw nummer van 16 dezer gedateerd, Maas en Waal 13 Januarij,” en houdende mededeeling, dat door ’t polderbeituur van Appeltern weldra een besluit tot daarstelling eener kunstmatige waterloozing zal genomen worden, is eenigzins voorbarig, en niet in alle deelen juist. Zie hier
wat er vau de zaak is. Bij besluit van den 13den Februarij 1868 n°. 6S is door geërfden in den dorpspolder Appeltern cene commissie ingesteld, tot het ontwerpen van een plan tot eene verbeterde waterloozing, welke commissie bij haar rapport, uitgebracht den 6 Mei daaraanvolgende, constateerde, dat zij bij de
voorbereidende maatregelen omtrent een’ door haar beraamd plan, op onoverwinnelijke bezwaren was gestuit — dat zij alsnu een nieuw ontwerp had gevormd, waaromtrent het haar wenschelijk was voorgekomen eerst het oordeel van desbevoegde authoriteiten in te winnen — waartoe zij bij gemeld rapport
vergunming verzocht, met garantie der alzoo te maken kosten. Die vergunning werd verleend, en hoewel nu het onderzoek van het ontworpen plan nagenoeg is afgeloopen , is toch in ’t geheel nog geen besluit tot daarstelltng vau eene kunstmatige waterloozing genomen , welk besluit ook niet door ’t polderbestuur
maar door de geërfden moet genomen wordeu. Dit is al wat er op dit oogenblik vau de zaak waar is.
Omtrent het medegedeelde van het stoomgemaal te Maasbommel zal ik in geene bijzonderheden treden, maar bet medegedeelde
voor rekeniug des inzenders laten. Voor deze regelen ecu plaatsje in uwe kolommen verzoekende, ben ik met achting,

UWFD.Dw.Dr.
G. W.Kerssemakers,
Secretaris en Penningmeester van
de Dorps-Polder Appeltern.

Het zou tot 1919 duren voordat het gemaal er stond!!!!!

De Amsterdammer 17 februari 1883

Bij de besturen der polderdistricten. Rijk van Nijmegen en Maas en Waal, zijn belangrijke plannen aanhangig ter verbetering der waterlossing. Die plannen, door eenige kundige ingenieurs ontworpen, omvatten het oprichten van drie stoommachines, één aan de Appelternsche sluis, één aan de Blauwe sluis en één aan de Rijksche sluis. Het is te hopen, dat, ter verbetering van het- thans bestaande uitwateringsstelsel, deze ontwerpen ook spoedig uitgevoerd mogen worden. De kosten van een en ander worden geschat op ƒ1,200,000.

 Hier (in 1883) wordt nog niet gesproken over een gemaal aan de Leeuwensche sluis.

 

 De Amsterdammer schrijft op 21 maart 1883

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geld speelt weer een rol!

 

 

 

 

 

 

 

 

De Noord Brabander
26-01-1907

NIJMEGEN 24 Jan. In de gisteren gehouden vergadering van het waterschap „De gecombineerde Waterlossing Rijk van Nijmegen en Maas en Waal” is het plan tot bemaling van een gedeelte van Maas en Waal (n.l. der dorpspolders Leeuwen,
Puiflijk, een deel van Druten de Koningsbeemden, Schiplei en de Woerd) verworpen. De ingebrachte bezwaren, door de geërfden van Leeuwen, Altforst,
Appeltern, Druten en Puiflijk en enkele grondeigenaren, komen in hoofdzaak hierop neer, dat opgezien werd tegen de enorme kosten aan de uitvoering verbonden, die niet zouden kunnen opwegen tegen de voordeden daaraan verbonden. Ook heeft
men gemeend, dat door de opening van den nieuwen Maasmond de behoefte aan een stoomgemaal zich niet meer liet gevoelen.

HET NIEUWS VAN DEN DAG VAN DINSDAG 22 JANUARI 1907

 

Op 13 aug 1910 schrijft  de Nieuwe Amsterdamsche Courant/Algemeen handelsblad

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

huizen-oorsspronkelijk

De twee Appelternsche sluizen (genaamd de noordelijke- en de zuidelijke sluis) met ook toen al een peilbuis rechts aan de muur van de zuidelijke sluis.

 

Het Nieuws van den dag 23 sept 1912

Het dagelijksch bestuur der gecombineerde waterloozing het Rijk van Nijmegen en Maas en Waal heeft de levering der te bouwen stoomgemalen aan de Leeuwensche Sluis en aan de Rijksche Sluis opgedragen aan Louis Smulders en Co. te Utrecht en Gebroeders Stork te Hengelo. Op 1 October 1913 moeten zij in werking zijn. De installatie aan de Appelternsche sluis werd ook geleverd door de firma Stork maar die werd pas in 1917/1918 gebouwd.

Bij de sluizen stonden oorspronkelijk diverse huizen.

 

De avondpost schrijft op 11-04-1917:

 

Over de bouw van het stoomgemaal is al veel geschreven. Over de voorbereidingen zijn nog enkele leuke feiten te vermelden. Men heeft getracht om vooraf te bepalen hoe groot het gemaal moest worden. Hiervoor zijn  blijkbaar metingen/schattingen  verricht om te zien hoeveel waterpk’s nodig waren. Er is een lijst gevonden t.b.v de bemaling van de Appelternsche sluis. Hieruit zou het aantal Waterpk’s x 4,5  gedurende de jaren 1905 tot en met 1912 bepaald zijn. Hoe de lijst gelezen moet worden is voor mij nog een raadsel.

 

In het opdrachtenboek van Stork staat als de opdrachtgever vermeld de firma J. van Hasselt en de Koning. Blijkbaar waren zij in de arm genomen door het Waterschap voor de gecombineerde waterlossing der Polderdistricten Rijk van Nijmegen en Maas en Waal.

Een copie van het opdrachtenboek over het te bouwen stoomgemaal aan de Appelternsche sluis was voor mij nogal moeilijk leesbaar geschreven. Met hulp van Jaap Garsijn heb ik toch een goed inzicht gekregen over de levering, de kosten, de data van oplevering en de boetes.

 

Een foto vlak na de oplevering van het gemaal vond ik in de Stork fotoboeken.

 

 

De machinekamer met de aandrijfriemen voor de extra verbrandingsluchtventilator in de kleine kelder links maar onzichtbaar op de foto.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In 1919 stond de Maas erg hoog en het stoomgemaal was in bedrijf maar toch ontstond er een grote” catastrophe” zoals de krant schreef .

Het  nieuwe stoomgemaal pompte zo goed dat de waterhuishouding achter de sluisdeuren  van Niftrick een groot verschil creëerde en de druk op de sluisdeuren maximaal werd en het begaven.

Hoog water

 

 

 

 

 

De foto rechts is van veel latere datum maar is genomen toen het gemaal nog operationeel was. Dus voor 1966/67. De ovale mangatpakkingen hangen nog aan de muur. Ook de lessenaar voor het wachtboek is te zien. Later heb ik na veel zoeken een lessenaar gevonden. Een afdruk van het wachtboek is zichtbaar gemaakt op het bovenblad

Ook de reddingsboeikast is te zien maar zonder reddingsboei. De kast met boei hangt tegenwoordig buiten bij de vlonder. Ook opvallend is het tornijzer, die in de torninrichting geplaatst is.Klaar voor bedrijf!!!

 

 

 

 

Het gemaal werd gebouwd op de zuidelijke sluis. De noordelijke sluis behield zijn functie van afvoer bij teveel water. Met twee puntdeuren kon en kan men nog steeds de Nieuwe wetering afsluiten.

Het sluiscomplex met het oude en het nieuwe gemaal Bloemers rechts gesitueerd.

Sluis met geopende puntdeuren links en rechts. Foto  na restauratie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De beide sluiswerken  werden in 2006 grondig gerestaureerd en de twee puntdeuren werden ook hersteld en verstevigd. (zie restauratie sluiswerken)  Toen werden ook de twee nog aanwezige metalen schuiven verwijderd die na de bouw van het stoomgemaal geplaatst waren om een minimum peil in de Wetering aan te houden.

De twee voormalige schuiven met bedieningsvlonder. Gesloopt maar nu kan men wel door de sluis varen.

 

Het stoomgemaal en de noordersluis met de schuiven

 

 

 

 

 

 

 

De sluisdeuren tijdens de restauratie en na reparatie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze deuren staan tegenwoordig altijd open omdat er een nieuw stuk dijk aangelegd is, met een natuurlijke sluisafvoer naar de Maas als deze laag genoeg peil heeft.

 

Oude uitvliet met nieuwe sluisafvoer naar de Maas

 

 

 

 

De sluis met de twee puntdeuren heeft dus geen functie meer om te sluiten bij hoog water van de Maas. Het gemaal Bloemers pompt bij hoog water van de Maas het overtollige water van de Nieuwe Wetering Met een rondvaartbootje kan men door de sluis heen varen.

 

 

 

 

 

Het stoomgemaal werd in 1918 opgeleverd en had een schoorsteen van 40meter.

Stoomgemaal aan de Appelternsche sluis

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naast het gemaal werden 2 woningen gebouwd voor de machinist en de opzichter. De woning van de opzichter was groter opdat hier ook vergaderd kon worden.

De aanbesteding stond op 17-05-1919 vermeld in de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant. Het gemaal was toen al opgeleverd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het oude stoomgemaal voordat de vrijwilligers aan de slag gingen. De schoorsteen was omgehaald.

Gemaal zonder schoorsteen maar met peilbuis rechts

 

 

 

GEMAAL

Hij staat er pront; vertelt een oud verhaal

Over techniek en strijd tegen het water.

Als monument geconserveerd voor later:

Het fraaie Appelternse stoomgemaal.

Van veraf zichtbaar – baken in het landschap –

Verheft zijn schoorsteenpijp zich in de lucht,

Omgeven door gevogelte in vlucht.

Ik voel zowaar een zekere verwantschap

Met dit uitzonderlijke bouwwerk hier:

Ook ik heb ’t aan De Tuut goed naar mijn zin;

Ook ik blaas soms mijn stoom de wereld in;

Ook ik ben een gemaal, op mijn manier…

En hij…heeft door veel aanloop wel vertier,

Maar mist, anders dan ik, een gemalin!

Jan Jaap Sorber

 

 

 

 

De Tuut, het laatste nog werkend stoomgemaal
in het land van Maas en Waal