Het ontstaan van het Tuutjournaal
Rond 2004 stopte Jaap Garsijn met de coördinatie van de werkzaamheden en werkte hij verder thuis aan het installatieboek van Stoomgemaal De Tuut. Ketel 1 kon gestookt worden en Machine 1 kon de bemalingspomp aandrijven maar zonder echt te pompen. Gelukkig hield Jaap zich op de achtergrond altijd beschikbaar voor de nodige informatie. De groep technische vrijwilligers was ondertussen behoorlijk gegroeid. In die tijd was er regelmatig een groepje mensen bezig op de woensdagavond, donderdag overdags en soms ook op de zaterdag. Het idee voor een journaal is ontstaan in oktober 2004. Vanuit mijn werk was ik gewend om dagelijks een verslag te maken wat er zo speelde op de centrale waar ik voorheen werkte. Voor een juiste coördinatie onderling en de planning van de werkzaamheden leek het mij goed om dit ook op De Tuut in te voeren. Ook werd het een manier om bedrijven enthousiast te maken ons te steunen nadat zij werkzaamheden bij ons of voor ons hadden uitgevoerd. Dit gaf uiteraard ook een grote PR. In de loop der tijd kreeg het een lezersbestand van meer dan 100 personen en op die manier bereikten wij ook diverse grote bedrijven.
In den beginne waren het gewone A4-tjes , verstuurd via de mail, met technische informatie over het werk dat verricht was en waar we de komende week mee aan de slag moesten. Het waren nog stukjes tekst zonder foto’s.
Zo waren we in de week van 23 oktober 2004 bezig met de voorbereidingen van de ketelkeuring. Het stookseizoen was na de herfstvakantie voorbij. Dat betekende dat de gehele ketelinstallatie leeg en schoongemaakt moest worden. Alle belangrijke onderdelen (appendages genaamd) werden gedemonteerd. De vrijwilligersgroep was ondertussen behoorlijk gegroeid (ruim 20 man/vrouw) zodat we diverse groepjes vrijwilligers hadden die aan het werk waren. Een echte omkleedruimte was er in die tijd nog niet. Het toenmalige bezoekerscentrum werd daarvoor gebruikt en ook de koffiepauzes en de lunch werd daar gehouden. Soms kwamen er echter ook nog wel eens onverwacht bezoekers langs die graag een rondleiding wilden.
Een klein project dat in die tijd gerealiseerd werd was het doortrekken van de drinkwaterleiding vanuit het ketelhuis naar de kelder onder de machinekamer. Een drinkwateraansluiting daar ontbrak terwijl die nogal eens in die tijd nodig was om de condensor een luchtpomp te koelen als de start van de stoommachine mislukt was. Er was dan te lang met afgewerkte stoom uit de machine gedraaid tijdens de start, terwijl de koelwater aanvoer voor de condensor stagneerde. Hierdoor werd de condensor en de na geschakelde natte luchtpomp te warm. In deze natte luchtpomp zaten zacht rubberen kleppen en die waren niet bestand tegen hoge temperatuur. Deze zacht rubberen kleppen waren gemaakt van natuurrubber en erg duur.
Ook was het fijn dat er nu een tappunt was om met emmers water de machinekamervloer te kunnen soppen voorafgaand aan een stoomweekend.
Het was gebruikelijk om alle chemicaliën- en de olievoorraad op te nemen in een overzicht, want we waren dan wel geen echt bedrijf, maar een milieu- en een brandweerinspectie kon onverwacht plaats vinden. En dat gebeurde naderhand ook regelmatig nadat we een officiële vergunning hadden.
Andere vaste werkzaamheden aan het einde van het seizoen waren het schoonmaken van alle olielekbakken en onderdelen van de installatie aftappen/leegmaken zodat dit niet kapot kon vriezen in de winter. Maar de grootste klus was het invetten van de blanke delen van de beide stoommachines om roesten tegen te gaan. Daar was speciaal vet voor (later vervangen door een speciale oliemix ontwikkeld door Aart M.) en dat geschiedde met de gehele groep vrijwilligers omdat het niet bepaald een fijne activiteit was. De machines werden langzaam getornd en alle delen werden ingevet met de hand of kwast.
Ketel 1 die het seizoen gebruikt was, werd op de maandagavond na het laatste stoomweekend gespuid. Er was vrijwel geen druk meer (de ketel afblaas/beluchting blies een klein beetje stoom af) maar het water was natuurlijk nog behoorlijk op kookpunttemperatuur. De moeren van het mangatdeksel (300mmx400mm)werden losgedraaid zodat het deksel los kwam als de druk in de ketel lager werd dan de buitenluchtdruk zodat er geen onderdruk kon ontstaan.
Dat spuien gaf bij de vlonder in de wetering een spectaculair gezicht. Vooraf moest men uitkijken dat er geen vissers in de buurt waren want het spuien maakte een flink lawaai en ook ontstonden er veel stoomwolken.
Men moest natuurlijk niet vergeten om vooraf de Blackfluit dicht te zetten anders ging deze bij laag ketelwaterpeil fluiten. De Blackfluit is een signalering voor de stoker als er te weinig water in de ketel is) Later hebben we de Blackfluit wel eens als test bewust open laten staan om te controleren of loodprop werkelijk smolt bij 96 graden Celsius. De loodprop moet daarna vervangen worden.
Nadere algemene informatie vindt u op:http://www.stoommachine.info/ketel_appendages.html
Was de ketel leeg gespuid dan kon het mangat verder geopend worden en door de aanwezige warmte in het ketelmateriaal en bemetseling was de ketel na een paar dagen geheel droog.
In die betreffende week van oktober 2004 werd gewerkt aan de bediening van de schoorsteen- en rookgaskleppen van ketel 2 en3.
Van ketel 1 waren deze bedradingen en katrollen natuurlijk al hersteld maar van ketel 2 en 3 moest alles opnieuw aangebracht worden. We hadden in die tijd nog geen plannen met deze ketels maar het ging meer om het aanzien van het ketelhuis in de oorspronkelijke staat terug te brengen.
In de week van 6 november 2004 waren we druk bezig met het schoonmaken van de rookgaskanalen links en rechts onder ketel 1. Ook het gezamenlijke rookgaskanaal van de drie ketels naar de schoorsteen werd schoongemaakt van as, roet en soms vogels.
Het rookgaskanaal rechts buiten de ketelwand wordt gereinigd en gecontroleerd. Met name de klinknagels en de steunen van de ketel onderin krijgen alle aandacht. Ook de bemetseling en de pakking tussen ketelwand en stenen muur is van groot belang.
De waterlijn is duidelijk te zien. Lichtbruin is het watergedeelte. Rood is het stoomgedeelte boven het wateroppervlak. Ook zijn de aansluitingen van de peilglasarmaturen te zien. Onder wit en boven donkerbruin.
Ook kon de ketel zelf na voldoende geventileerd te zijn inwendig geïnspecteerd worden. De foto is genomen terwijl de fotograaf op de vuurgang zit. Links en rechts ziet u twee zwarte pijpjes voor de voedingwater toevoer van de ketel. De aansluitflens is op de voorzijde van de romp geklonken.
De voorzijde van ketel 1 met links en rechts de voedingwater toevoer (zwarte pijpen)
Ook waren we bezig met het maken van een houtberging achter, voorbij de kolenloods. In die tijd stookten we heel veel gratis hout in de dagen voorafgaand aan het stoomweekend. Het hout kwam van diverse timmerbedrijven en werd meestal- maar niet altijd- aangeleverd in big bag zakken.
Ook kregen we vaak een vrachtwagen met houten pallets of boomstammen die dan nog klein gezaagd moesten worden. Dit hout konden we soms tijdelijk opslaan in de werkplaats van Peer Vos. Maar dat was niet ideaal i.v.m. het vervoeren. Het moest natuurlijk ook droog opgeslagen worden vandaar dat Willem van Gelder deze klus op zich nam als meewerkend coördinator. Hij maakte in zijn “stille”uren (hij werkte in die tijd nog als chauffeur) de contouren van de houtberging en met hulp van de andere vrijwilligers werd het geheel afgebouwd inclusief de bestrating.
In die tijd was er ook een Arbo groep actief die regelmatig vergaderde en een risico analyse uitvoerde rond en in de gebouwen en installaties van De Tuut. Ook hield deze groep zich bezig met het actualiseren van het huisregel ment. Leden van deze groep waren Huub B., Peter H. en ikzelf. Veel later is deze werkgroep voortgezet met Leo van H., Thijs B. en Peter H.. Zij rapporteerden aan het bestuur en zetten ook aanbevelingen in gang. Zo waren we in die tijd bezig om een extra hekwerk bij de twee stoommachines te maken in dezelfde uitvoering als het reeds bestaande originele uit 1918.
Ook las ik in mijn verslag dat Mart van B. als vrijwilliger begonnen was. Mart kende ik goed van de centrale Nijmegen en zo waren we met vier PGEM’ers actief op De Tuut. (Luc K. en Ties B. waren er al toen ik daar ook begon)
Keuring stoomwezen Ketel 1 in 2004
Klinknagelverbindingen schoon borstelen en al het ketelsteen/poeder eruit zuigen met de grote stofzuiger. Een rotklus waar alleen vrijwilligers aan begonnen zonder claustrofobie (kleine ruimte angst). Gelet werd op aantasting plaatmateriaal en klinknagels, peilglas-en voedingwateraansluitingen, klinknagelverbindingen van spui, stoomafvoer en veiligheid, loden prop en mangat.
Een foto impressie:
Alle appendages inspectieklaar maken voor Stoomwezen
Stoommachines wekelijks doorpompen met olie en tornen
Brandblusmiddelen inspectie gehad door Smeba (gesponsord)
Zaterdag 18 december 2004
Oververhitter schoonmaken ivm inspectie ook van bemetseling
Voorberiedingen voor ombouw van hijsbok en keuring van hijsblok